Afbeelding
Foto:

Dronken

Irene Pigge is samen met haar man eigenaar van het winkeltje op het station van Borne. Een druk punt, waar veel ontmoetingen plaatsvinden en waar reuring is. In Hart van Borne vertelt zij wat zij er zoal meemaakt.

Er is geen dag hetzelfde op de plek waar ik werk. Ja, je ziet vaak dezelfde mensen, maar dat is juist leuk. Met sommige klanten krijg je echt leuk contact, je moest eens weten wat mensen soms tegen de koffiejuf eruit bleppen. Ik vind het heerlijk, het maakt mijn dag. En sommige klanten zijn een goed verhaal van zichzelf.  


Afgelopen week komt er een man de zaak in. Hij keek naar onze koffiebonen en vroeg welke het lekkerst weg-at. Ik was van mijn à propos, want wacht, wat, het eten van koffiebonen? Dus ik vroeg even na of ik het goed had verstaan, maar dat bleek het geval. Hij had honger en ja het spreekwoord rept natuurlijk wel iets over bonen.


Ik legde hem uit dat koffiebonen niet speciaal meteen geschikt zijn voor consumptie, maar dat er een molen en heet water aan te pas moet komen en vroeg me af of deze man ze wel alle 24 in het kratje had. Het leek me dat hij er minimaal de helft van had genuttigd en dat gaf hij ook toe. “Het kan zijn dat ik een beetje gedronken heb en ik wás clean, maar dat ging ook niet meer helemaal goed.”


Een beetje? Deze man was starnakeldronken en kakelstoned. Hij steekt zijn hand uit en zegt: “Maar goed, ik kom voor het sollicitatiegesprek.” Ik was er vrij zeker van dat ik geen sollicitatiegesprek had met deze man en ik herinnerde hem eraan waarom hij over mijn drempel was gekomen. Hij had trek. Ik heb hem een broodje gemaakt en na het eten ervan even gecheckt of hij ermee door kon. Qua outfit zou hij het wel redden, maar qua inzet weet ik het zo net nog niet. Ik neem aan dat hij niet is aangenomen.