Afbeelding
Foto:

Geschiedenis van Hengelo

Geschiedenis van Hengelo

door Gerrit ter Welle

HENGELO - Dit is het tweede artikel uit een reeks waarin de geschiedenis van de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie (KNZ) wordt beschreven. Zonder zout geen chloor. Immers door elektrolyse van natriumchloride ontstaan chloor en natroloog. De eerste Nederlandse zoutfabriek van de KNZ is het resultaat van een min of meer toevallige ontdekking van zoutlagen in onze regio. Dat begon op 19 maart 1887 toen op het landgoed Twickel een zoutlaag werd aangeboord. De welput bevatte weliswaar water, maar dat was bremzout. Die boring en de vondst van zoutlagen bij Winterswijk vormen het bewijs dat een Nederlandse zoutindustrie mogelijk is.


In 1903 laten de zoutondernemers Vis en Kolff samen met de Dordtse zoutzieder Van der Minne een proefboring uitvoeren in Eibergen. Het resultaat op 751 meter diepte is bedroevend. Toch zal die proefboring wel de aandacht van de Nederlandse overheid trekken. Helaas niet ten gunste van de zoutverwerkers.


In 1918 is er een duidelijke omslag waarneembaar, nadat onze oosterburen 46 gulden belasting eisen per ton zout die Nederland wil invoeren. De overheid beseft dat Nederland wel erg afhankelijk is geworden van het buitenland voor een belangrijke grondstof als zout. Voldoende reden om in datzelfde jaar formeel eigenaar van de zoutlaag bij Buurse te worden. Het recht op ontginning gaat naar de KNZ. Op een terrein van 33 hectare aan de Badweg gaat in augustus 1918 de eerste paal in de grond voor de bouw van de eerste Nederlandse zoutfabriek. Ook worden de eerste proefboringen gedaan. Op 17 maart 1919 wordt op een diepte van 325 meter zout aangeboord. En half september vertrekt de eerste wagonlading zout richting Harlingen. Daarmee heeft Nederland haar eigen zoutindustrie. 


Als in mei 1920 het hoofdkantoor van de KNZ vanuit een winkelpand in Rotterdam verplaatst wordt naar Boekelo is dat het begin van een lange relatie tussen het latere Akzo Nobel en Twente.


Van de productie van chloor naar natronloog was in de eerste jaren in Boekelo nog geen sprake. De omgeving was weliswaar sneeuwwit van het zout, maar er was geen elektrolysecel te bekennen. Je zou dus de vraag kunnen stellen waarom er niet direct een chloorfabriek werd gebouwd. De reden hiervoor is dat Boekelo in de eerste jaren geen stroom gebruikte om de pekel te verdampen, maar rookgassen. Bij het inzetten van stroom voor de pekelverdamping is het mogelijk om voldoende elektriciteit op te wekken voor elektrolyse. Na een uitgebreide studie en diverse tests en experimenten wordt op 2 oktober 1931 de eerste cellenfabriek in gebruik genomen. Daarmee produceert het bedrijf in Boekelo gecomprimeerd chloor, zoutzuur, bleekloog, natriumhydroxide en natronloog. 


Met de komst van het chemisch bedrijf en de chloorproductie heeft de KNZ een goede zet gedaan, want het maakt daarmee een sprong in de technologie: eindelijk elektrolyse. In 1929 wordt besloten dat de KNZ uit Boekelo zal vertrekken om zich in Hengelo pal naast het nog te graven Twentekanaal te vestigen. De eerste spade gaat in 1930 de grond in.


Tot zover dit tweede artikel over de geschiedenis van de KNZ. Volgende keer meer.


Wilt u meer weten over de geschiedenis van Hengelo, breng dan een bezoek aan Museum Hengelo in de Beekstraat 51, of neem contact op; tel. 074 - 2594216 of e-mail info@museumhengelo.nl .